De Geologische Tijdschaal.

  • Precambrium 4600-542

Paleozoïcum

  • Cambrium 542-488
  • Ordovicium 488-444
  • Siluur 444-416
  • Devoon 416-359
  • Carboon 359-299
  • Perm 299-251

Mesozoïcum

  • Trias 251-200
  • Jura 200-145
  • Krijt 145-65

Cenozoïcum

  • Tertiair 65-2
  • Kwartair 2-Heden.

 

Het leven komt aan land!Uit eencellige organismen ontwikkelde zich langzaam meer complexe levensvormen. Het duurde een miljard jaar voordat er genoeg zuurstof in het water zat voor de eerste dieren.Deze dieren waren nauw verwant aan sponzen, wormen en kwallen. Tijdens het cambruim onstonden er ineens vele verschillende soorten. De meesten hadden oog-achtige organen waarmee ze voedsel konden vinden. Dit was vaak plantaardig. Maar het voedsel werdt ook dierlijk. Kwallen vielen bijvoorbeeld ten prooi aan gepanserde krabben. Tijdens het devoon kwamen de eerste dieren en planten.Er kwamen kikkers, salamanders, hagedissen en reuzeninsecten. Tijdens het krijt waren er vooral dinosauriërs op aarde. Monsters op de zee, het land en soms in de lucht van soms wel 25 meter lang! Maar aan hun bestaan kwam plotseling een eind met de inslag van een enorme meteoriet. Vloedgolven en grote bosbranden volgden. Een kwart van alle dierensoorten overleefden. Na de uitsterving van de dinosauriërs kregen de zoogdieren de ruimte om zich te ontwikkelen.