Er leven op de wereld maar liefst meer dan 800.000 soorten organismen. Deze organismen hebben kenmerken die veel op elkaar lijken of zelfs hetzelfde zijn. Deze kenmerken noem je ook wel gemeenschappelijke kenmerken. Biologen delen de organimsen in op grond van gemeenschappelijke kenmerken.
Ordening is het indelen van de organismen. De organismen kun je indelen op basis van kenmerken en op basis van de soort. 'Indelen op basis van soort' is de bekendste groep. Onder deze soort behoren alle organismen die zich onderling kunnen voortplanten.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het kan zijn dat er organismen zijn met zoveel gemeenschappelijke kenmerken, dat ze bij elkaar horen in een geslacht. Sommigen hebben niet alleen veel gemeenschappelijke kenmerken maar ook dezelfde familie.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De roofdieren in het algemeen zijn geen familie maar een orde. Alle dieren in deze orde vinden voedsel door te jagen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sommige ordes worden weer gezamenlijk verdeeld in een klasse.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De klassen worden weer samengevoegd in stammen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De stammen worden allemaal samen het rijk van de dieren genoemd. Ook de mens (soort) valt onder het rijk der dieren.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Om een lang verhaal kort te maken... Alle organismen worden ingedeeld in steeds grotere groepen.
Op het hoogste niveau worden alle soorten op aarde ingedeeld in drie groepen. Deze groepen worden ook wel domeinen genoemd. De groep word in gedeeld in drie domeinen. Deze domeinen zijn;
Bij de indeling van organismen in domeinen en rijken letten we op verschillende kenmerken.
Je hebt eencellig en meercellige organismen. Bacteriën en Archaea zijn eencellige organismen.
Bij planten en dieren komen alleen meercellige soorten voor. Schimmels kunnen eencellig en meercellig zijn. Bij de meeste meercellige soorten zien niet alle cellen er hetzelfde uit. De cellen zijn verschillend in bouw en functie. Bij meercellige organismen komen dan ook weefsels en organen voor.
Bacteriën en archaea onderscheiden zich van alle andere organismen doordat ze geen celkern hebben. Voor de rest hebben alle andere organismen (schimmels, planten, dieren en protisten) een celkern. Door deze eigenschap van de organismen horen ze bij het domein eukaryoten.
Een bacterie heeft geen kernmembraan. De chromosomen van bacteriën en archaea liggen los in het cytoplasma.
Dieren onderscheiden zich van alle andere organismen doordat ze geen celwand hebben. Bacteriën, archaea, schimmels en planten hebben allemaal we een celwand.
Bladgroenkorrels komen voor in het cytoplasma van planten. Bacteriën, archaea, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels. In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.
De cellen van organismen verschillen van grootte. De grootte in verhouding in verhouding tot andere organismen noem je dus relatieve grootte.
Met behulp van een vergrotingsfactor kun je de grootte van de cellen berekenen.
Organismen die op elkaar lijken zijn niet altijd van hetzelfde soort. Bijvoorbeeld een Afrikaanse en een Indische olifant. Ze lijken veel op elkaar maar zijn een andere soort.
Organismen horen bij hetzelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen met elkaar kunnen krijgen. Deze nakomelingen moeten ook vruchtbaar zijn.
Een ras is een groep organismen binnen een soort. Verschillende rassen van een soort kunnen dus met elkaar nakomelingen creëren. Neem bijvoorbeeld een Sint Bernard en een Dwergteckel. Ze zijn van een verschillend ras, maar maken wel hetzelfde soort. Dus in theorie zouden ze nakomelingen kunnen krijgen. Maar of dat in het echt goed gaat is een andere vraag.